Ace 
vanaf cmv
Is een service die direct op de vloer bij de tegenstander komt binnen de lijnen óf een bal die bij de eerste aanraking wegschiet.
Bigpoints
vanaf cmv 5
De punten aan het einde van een set, vanaf 20. Deze punten zijn extra belangrijk omdat de druk dan vaak toeneemt en dit moment nog kan bepalen of een team wint of niet. 
Blessure 
vanaf cmv 1
Een wond of breuk die veel pijn doet, waardoor je niet meer kan volleyballen. Bijvoorbeeld als je je arm breekt, of als je enkel of je vingers om klappen. Een klein wondje in je vinger noemen we geen blessure, dat omdat je daarmee meestal gewoon door kan volleyen als je er een pleister op doet. 
Blok
vanaf cmv 5
Het tegenhouden van een aanval van de tegenstander. Dit hoort met 2 platte handen te gebeuren boven het net. Ook kan je met z’n 2-en of 3-en blokken. Er zijn dan 4 of 6 platte handen naast elkaar, dus dan wordt het wel heel moeilijk voor de tegenstander om er nog langs te slaan!
Blok/ aanvalsdekking  vanaf cmv 5Als de aanvaller in het blok slaat, stuitert de bal weer terug in je veld! Deze kan je dan natuurlijk weer opnieuw passen! Door dicht bij de aanvaller en het blok te gaan staan wordt dit makkelijker, want meestal stuitert de bal ook niet zo ver weg van het blok.
Blokschaduw  vanaf c-jeugdAls er een blok is, wordt het voor de aanvaller moeilijker om te scoren. Het stuk van het veld dat achter de handen zit, kan de aanvaller niet meer bereiken met de bal. Dit stuk heet de blokschaduw. Als verdediger moet je altijd zorgen dat je niet in de blokschaduw zit te wachten, want dan krijg je meestal niet zoveel ballen. je kan beter in de ruimte naast de blokschaduw zitten (zie straat/diagonaal).
Brievenbus
vanaf cmv 5
Een bal die gespeeld wordt tussen de rand van het net en de handen van de blokkeerder belandt in de brievenbus.
Buitenaanvaller  vanaf b-jeugd Als je systeem speelt, dan is de buitenaanvaller degene die links aan het net aanvalt. Er zijn 2 buitenaanvallers in het veld, want als je achter staat, mag je niet aan het net aanvallen! Dus als de ene achter staat, is de ander voorspeler!
Coach vanaf cmv 1Begeleider van het team tijdens wedstrijden (geeft aanwijzingen, geeft de opstelling door enz.)
Coolingdown
vanaf cmv 1
Een aantal oefeningen aan het ende van de training of warming-up om te zorgen dat het lichaam rustig afkoelt.
De Diagonaal 
vanaf b-jeugd 
Dit is de speler die diagonaal speelt met de spelverdeler. vroeger heette je op deze positie de “libero”, maar door de invoering van de “libero” als verdediger is er een nieuwe naam bedacht. Dat is dus. de diagonaal, of in het Engels “opposite”.
Doorslaan
vanaf c-jeugd 
Nadat je de bal geslagen hebt met je arm en je hand doorzwaaien, maar niet tegen het net natuurlijk, maar er vlak langs! Als je dit doet, kan je harder slaan!
Duiken 
vanaf cmv 1
Als je niet bij de bal kan door er naartoe te lopen, dan kan je er naartoe duiken. Zorg wel altijd dat je goed terecht komt.
Floater 
vanaf b-jeugd 
Een bal die geslagen is die niet rechtdoor gaat, maar die een beetje zweeft en heen en weer gaat van links naar rechts of boven en beneden. 
Freeball
vanaf c-jeugd 
Spreek uit “frie bal”. Is een bal die je onderhands of bovenhands van de tegenstander krijgt, zij kunnen niet tot een aanval komen, deze ballen zijn meestal makkelijk te verdedigen.
Gat
vanaf cmv 
Plek in het veld waar niemand dichtbij staat. Als daar een bal gespeeld wordt, is het dus lastiger om hem te pakken, want dan moet er eerst iemand naartoe!
Gestolenbal
vanaf cmv 5
De bal wordt op jouw speelhelft gespeeld door een speler uit het andere team terwijl dat nog niet mag.
Kill-blok
vanaf cmv 5
Dit is een blok die de aanval direct naar de grond speelt zonder dat er nog een verdediger aan kan komen. De bal valt dus aan de kant van de aanvaller op de grond.
Libero 
doen we niet in de jeugd bij Albatros
Als je systeem speelt, kan je ook met een libero spelen. Dit is een 7e speler, die alleen mag verdedigen. Hij kan erin net zo vaak inkomen als hij wil voor elke achterspeler, maar hij mag niet serveren! Hij moet er weer uit als hij voorspeler wordt. Dit is verboden bij Albatros.
Loopverplaatsing  vanaf b-jeugd Moeilijk woord voor naar de bal lopen. In plaats van lopen, kan je er ook naar duiken (zie duiken) of naar rollen (zie rollen).
Matchpoint
vanaf cmv 5
Het laatste punt van een set waarmee een team de wedstrijd wint (zie ook setpoint).
Middenaanvaller  vanaf b-jeugd Als je systeem speelt (zie systeem), dan is de middenaanvaller degene die midden aan het net aanvalt. Er zijn 2 middenaanvallers in het veld, want als je achter staat, mag je niet aan het net aanvallen! Dus als de ene achter staat, is de ander voorspeler!
Momentum
vanaf cmv 5
Het moment waarop de wedstrijd omslaat in het voordeel van het team. 
Niveau 
vanaf cmv 1
Geeft aan op welk niveau je volleybalt en welke regels daarbij horen.
Opposit
vanaf b-jeugd 
Engelse term voor de Diagonaal (zie de diagonaal).
Opstelling 
vanaf cmv 
(Start)positie van de teamleden in het veld.
Pancake
vanaf c-jeugd 
Spreek uit: “penkeek”, Engels woord, betekent pannenkoek. Als je op de grond duikt (zie duiken), is het de bedoeling dat je je hand zo plat als een pannenkoek op de grond houdt zodat de bal goed via je hand opstuitert!
Pass
vanaf cmv 1
De bal naar de spelverdeler spelen, meestal gebeurt dit onderhands, maar soms is het ook bovenhands, dan lijkt het meer op een set-up, maar het heet nog steeds een pass!
Passer-loperEen ander woord voor buitenaanvaller die de service passt. Degene die standaard linksvoor aan het net aanvalt.
Penetreren 
vanaf c-jeugd 
Als je een systeem speelt, kan dit. Het gebeurt als de spelverdeler achter staat en wisselt met een voorspeler om te kunnen set-uppen. De spelverdeler mag dan natuurlijk niet aanvallen.
Prikken 
vanaf cmv 4
Een aanval niet slaan, maar een zacht tikje geven met 1 hand, zodat deze net over of langs het blok in een gat in het veld van de tegenstander beland! 
Rallypoint 
vanaf cmv 4
Elke actie wordt een punt (elke fout levert een punt op voor jezelf of de tegenstander. Voorheen kon je alleen maar een punt halen als jouw team de slagbeurt had)
Rollen 
vanaf b-jeugd
Rollen is een manier om naar de bal te bewegen als de bal hard gaat en laag aankomt. Het voordeel is dat je dan snel weer op kunt staan. Als je doorrolt, komt je namelijk vanzelf weer op je voeten terecht! 
Rotatie 
vanaf cmv 1
Ronddraaien/Doordraaien, dat doe je als je weer mag serveren, als de tegenstander dat daarvoor heeft gedaan.
Setpunt
vanaf cmv 5
Het laatste punt van een set waarmee een team een set wint (zie ook matchpoint).
Service 
vanaf cmv 1
De opslag (bal in het spel brengen).
Set-upper
vanaf cmv 4
Engelse term voor “opzetter” of “spelverdeler” (zie spelverdeler).
Side-out
vanaf c-jeugd 
Is het terug halen van de serve, komt eigenlijk uit de oude puntentelling toen kon je alleen een punt halen als je zelf de serve had. Nu wordt het volleybalspel verdeeld in 2 onderdelen namelijk 1.) Serve terug halen (Side Out) en 2.) punt maken vanuit eigen serve.
Smash vanaf cmv 4Harde aanval over het net.
Spelmodus
vanaf b-jeugd
Ander woord voor spelvorm (zie spelvorm)
Spelverdeler
vanaf cmv 4
Hij of zij geeft een set-up (opzet) aan de aanvallers. Dit hoort meestal de 2e bal die gespeeld wordt op een helft te zijn. De bal komt van de passer (dat is de 1e) en gaat naar de aanvaller (dat is de 3e).
Spelvorm 
vanaf c-jeugd
De vorm van een systeem (zie systeem) of van een soort wedstrijd. Bij een systeem bijvoorbeeld in welke volgorde je aanvallers (zie buitenaanvaller en middenaanvaller) staan. In wedstrijden: Beachvolleybal is een andere spelvorm, dan zaalvolleybal. 3 tegen 3 is ook weer een andere spelvorm dan 6 tegen 6 enzovoort…
Straat/Diagonaal  vanaf b-jeugd Dit heeft met de blokkering te maken, de straat is langs het blok en langs de lijn rechtdoor, diagonaal is voor het blok langs in de korte of lange diagonaal. Je kunt dit vanuit de aanvaller zien of van uit de blokkeerder. Met twee vingers geef je als blokkeerder aan dat je het blok diagonaal zet en met één vinger zet je de rechtdoor/ straat dicht. 
 diagonaal. LET OP: Verwar “diagonaal” niet met “de diagonaal”. “Diagonaal” is een deel van het veld en “De diagonaal” is een speler in het veld (zie de diagonaal)!
Switchen
vanaf b-jeugd 
Spreek uit “switsjen” Engelse term voor wisselen. Als je een systeem speelt, geeft dit aan dat je van plek wisselt na de service.
Systeem
vanaf b=c-jeugd 
Als je B-jeugd bent, ga je meestal met een systeem spelen waarin elke speler een vaste positie heeft. Je switcht dan (zie switchen) aan het begin van de rally, om op je plek te komen. Er zijn dan meestal 1, 2 of 3 vaste spelverdelers, 2 middenaanvallers en 2 buitenaanvaller. Als je met 1 vaste spelverdeler speelt is er nog 1 over, die is dan “de diagonaal” (zie de diagonaal). De spelverdeler staat in deze systemen bijna altijd rechtsvoor aan het net.
Team vanaf cmv 1Je medespelers zijn met jou een team, maar ook de tegenstanders zijn met elkaar een team. Iedereen die samenwerkt met hetzelfde doel, is een team!
Teamgenoot
vanaf cmv 1
Ploeggenoot (je maatje in je eigen team)
Tipbal
vanaf c-jeugd 
Net doen alsof je een harde aanval gaat maken en op het laatst niet de bal hard slaan, maar met de vingers van 1 hand over het net spelen, dit spelen met de topjes van de vingers wordt ook wel “tippen” of prikken genoemd, vandaar de naam tipbal.  
Time-out
vanaf cmv 5
De coach kan tijdens een set twee time-outs aanvragen om het team iets te vertellen of om het ritme van de tegenstander te doorbreken.
Topspin 
vanaf cmv 4 
Is een slagtechniek waarbij de bal voorover draait. Dit doe je door tijdens de slag je pols over de bal te vegen waardoor er een voorwaartse draai aan de bal komt. Als je je hand onder de bal door veegt, krijg je backspin.
Touche
vanaf cmv 1
Wanneer een speler de bal raakt dan toucheert deze de bal, het is dus het aanraken van de bal. 
Trainer
vanaf cmv 1
Degene die je het volleyballen leert.
Warming-up
vanaf cmv 1
Voorbereiding van de training en wedstrijd om het lichaam warm te maken. De warming-up bestaat uit een aantal oefeningen.

SponsorKliks, sponsor jouw sponsordoel gratis!