reneZelf sporten is leuk. Je meet je krachten met anderen en bepaalt je plek in de pikorde. Bovendien zijn sporters verslaafd aan de endorfine. Maar kijken naar sport? Sommige wedstrijden – live of op TV – zijn het aanzien niet waard. Het lijkt er op dat niemand wil winnen. Het ene team verliest alleen wat sneller dan het andere. Naarmate ik ouder ben geworden kunnen voetbalwedstrijden en tennis me steeds minder boeien. Te voorspelbaar, te veel dode momenten zonder spanning. Ik heb dat ook een tijdje met volleybalwedstrijden gehad. In de tijd dat ik regelmatig in de sporthal bivakkeerde, gaf ik op zaterdagmorgen jeugdtraining om vervolgens divisie wedstrijden met een collega trainer te kijken. Vanachter het glas in de kantine gedroegen wij ons als Statler en Waldorf, de twee mopperkonten van de Muppets.

Max: Is deze wedstrijd live?
Ik: Bedoel je op TV of op het veld hiervoor?

Waarom kijken mensen eigenlijk sport? Sommige mensen willen graag meegenieten van het feest. Sportevenementen zijn feestjes en de organisatie er omheen draagt in grote mate bij aan het feestgedruis. Bij de nationale teams is er een spreekstalmeester, die mensen uitnodigt om te dansen tijdens de wedstrijd, zijn er prijzen te vergeven, is het VIP- en genodigden vak groter dan de rest van de tribune en de DJ dreunt zijn meeklapdeuntjes de zaal in. De verslaggeving wordt geregeerd door de commercie. De twee ‘technische’ time-outs per set zijn bedoeld voor reclameblokken. Tegenwoordig mag de 1e scheidsrechter pas fluiten voor de volgende rally als de herhaling op TV is afgelopen, wat wordt aangegeven door zo’n televisiejongen met een rode kaart. Kritische journalistieke beschouwingen zijn spaarzaam uit angst om geen informatie meer te krijgen in de toekomst.
Je hebt supporters, die staan pal achter hun team, zwaaien met vlaggen en zingen vol overtuiging het volkslied mee. Vaderlandsliefde, clubliefde en heilig geloof zijn mooie eigenschappen. Niks mis mee.

Ik kom vooral voor de schoonheid van het spel. Nog weken later verwonder ik mij over de geniale coaching in de Olympische mannenfinale in 2012 die de Russen de titel opleverde en Dmitri Moesersky een held van bijna mythologische proporties maakte. Kijk eens naar Jaqueline de Carvalho (Jaque) de Braziliaanse sterspeelster en je ziet dat vrijwel elke bal die uit haar handen vertrekt technisch perfect is. Hoe kan het dat iemand zo goed is? En wie een geslaagde combinatie van kracht, souplesse en techniek wil zien, moet maar eens op YouTube kijken naar de filmpjes van Dante. Het blinde vertrouwen dat Japanners uitstralen dat iedereen in de verdediging weet wat nodig is, kan mij als coach jaloers maken. Overigens circuleert er ook een filmpje op YouTube waarin je ziet welke inspanningen een Japanse libero zich moet getroosten om op dat niveau te komen. Typ maar eens in: volleybal Japanse libero.

En het team wat ik coach dan? Waarom boeit mij dat? Soms ben ik supporter, meestal hoop ik op legendarische momenten, en altijd zoek ik in de structuur van het team en de kwaliteiten van de tegenstander naar aanknopingspunten die mij voldoening kunnen geven over de prestaties van mijn speelsters of juist nieuwe inzichten opleveren.

Ik: Max, waarom kijk jij eigenlijk naar sportwedstrijden?
Max: Beauty lies in the eye of the beholder. Er is altijd wel iets te genieten.

Zoals altijd had Max gelijk. Er zijn veel legitieme redenen om te kijken naar een wedstrijd. Iedereen heeft zo zijn eigen definitie van de schoonheid van het spel.

René van den Berg