Het CMV-team van onze Super Stijn – @stijn_du_lion in actie met @okayfieke. #albavolley #volleybal

Een video die is geplaatst door Albatros Amsterdam Volleybal (@albavolley) op


Eerder beschreven we al de vijf types die je ziet na de zomer, nu is het de beurt aan de 23 types die je ziet tijdens het seizoen. Welk type ben jij? En je teamgenoten? 

  1. De superster
    De speler die altijd scoort op belangrijke momenten. 23-23? Deze speler krijgt twee keer de bal en scoort, maakt altijd punten als het echt moet.
  2. Tijdloos
    Op tijd komen zit er niet in. Deze speler komt ĂĄltijd te laat. Op tijd in de sporthal, alsnog te laat op het veld.
  3. Douchelaar
    Na de wedstrijd duurt het minimaal 45 minuten voordat deze speler in de kantine is. Douchen lijkt een eeuwigheid te duren. Nog iets langer zelfs.
  1. De winkelier
    Tape nodig? Zeep? Deze volleyballer kan vanuit haar of zijn sporttas een winkel beginnen. Zo veel producten en nooit de beroerdste om die uit te delen.
  2. De mooie
    Hiervoor komt altijd net even dat extra publiek naar de zaal. Niet voor het volleybalspel, maar voor de looks!
  1. Stil maar dodelijk
    Veel geluid komt er niet uit, maar wat is deze speler dodelijk! Keihard een punt gemaakt? Geen geluid. De stilte is genoeg.
  1. Schreeuwer
    Bij elk punt wordt er geschreeuwd. “Kom op!” en “Concentratie!” zijn de favoriete teksten. Deze speler hoor je altijd en overal bovenuit.
  1. Blut
    “Het volgende rondje is van mij, echt waar”, de speler die altijd blut is en nooit geld mee heeft voor een rondje. Irritant.
  1. Joker
    Maakt altijd grapjes, of er nou gewonnen wordt of niet. Een grapje kan altijd.
  2. De Scheidsrechter
    Trekt de scheidsrechter nog eens van zijn stoel af of klimt er op. Deze speler weet de regels gewoon veel beter en ziet het net even ‘anders’ dan de echte scheidsrechter. En ‘anders‘ is natuurlijk beter!
  1. SorryCorrie
    Na elke fout wordt excuses aangeboden. Het was allemaal niet de bedoeling. Sorry. Spijt me. Echt. Sorry. Sorry!
  1. Stinky-stank
    Een wedstrijd tshirt kun je prima even luchten. Wassen is overbodig, de kniebeschermers blijven gewoon in de tas. Zeep hoef je niet te gebruiken. De speler die je eerder ruikt dan aan ziet komen.
  1. Rollende ogen
    Bij elke fout: rollende ogen en het hoofd dat ‘nee’ schudt. Een afkeurende blik, alsof je iets heel doms hebt gedaan. Maar dan ook echt iets hĂ©Ă©l ergs!
  1. MR/ MS. Cool
    Het coolste tshirt, de mooiste schoenen. Deze speler heeft altijd het mooiste en het coolste aan tijdens de training.
  1. Rolly
    De speler die het liefst op elke bal duikt. Ziet consequent de bal te laat –of wacht expres zodat de bal met een rol gepakt kan worden.
  1. Veteraan
    De ervaring, de nestor van het team. Brengt rust en stabiliteit.
  1. Coach
    Wordt later coach van een team en begint nu al door tijdens de wedstrijd iedereen aanwijzingen te geven. Alle spelers krijgen tips, gewenst of niet, correct of niet.
  1. Smiley
    Achter, voor? Dat maakt niet uit. Smiley heeft altijd een lach.
  1. Regelaar
    Speler die goud waard is. Regelt altijd de leukste activiteiten voor het team.
  1. Aanvoerder
    De lijm van het team. Bewaakt de sfeer, houdt iedereen bij het team betrokken.
  2. Beveiliger
    Als er een opstootje dreigt te komen, springt deze speler er als eerste tussen. Met deze speler in het veld, voelt iedereen zich veilig.
  3. Benjamin
    De jongste van het stel. Kan eigenlijk nooit iets fout doen, want is ‘nog zo jong’ of wordt juist extra onder druk gezet: “Jij moet nog hoger op komen!”
  4. Tafeltennisser
    De speler die beter een individuele sport zou moeten doen. Snapt het hele principe van een team niet. Tafeltennis zou wellicht een betere sport zijn.